Wat is de juiste meervoudsvorm van het woord “kip”. Veel Roemenen hebben het mis

Macheta Tips voor het kweken van bloemen

  • meervoud van “kippen”
  • Wat eigenlijk de juiste vorm is

Er zijn veel woorden in het Roemeens die dit niet hebben. Dit gebeurt in het geval van woorden die defecte meervoudige zelfstandige naamwoorden worden genoemd. Velen worden onder meer geconfronteerd met een gemeenschappelijk probleem, namelijk het meervoud van het woord “kippen”.

De juiste meervoudsvorm van het woord “kip”

Het is heel goed mogelijk dat u ook last heeft gehad van de “kip” die u hoofdpijn bezorgde. Dit woord is een van de meest voorkomende fouten die Roemenen maken.

Welnu, als we het hebben over het meervoud van het woord honing, bestaat het niet. Concreet is “pui” een gebrekkig meervoudswoord, en we weten dat er in de Roemeense taal veel andere woorden zijn zonder een meervoudsvorm die sprekers vaak in verwarring brengen.

Op deze manier zijn, als we het hebben over voedsel, room, azijn, olie, zout, boter, melk, peper, bonen en erwten ook defect in het meervoud.

PUÍ3, pers. 3 kuikens, vb. IV. Trans. (Reg; over vogels) Kippen maken1. (Var.: puiá vb. I) – Van kip1.
(Verklarend woordenboek van de Roemeense taal)
“;

PUI1, pui, sm, interj. ISm 1. (Meestal gevolgd door bepalingen die de soort aangeven) Vogel, vanaf het uitkomen tot de volwassenheid. ♢ Uitdr. Koekoekskuiken = bastaard. Pui de bogdaproste = a) kip (meestal kleiner en zwakker) die bij de begrafenis als aalmoes wordt gegeven; b) klein kind, verloren; niemands kind; bastaard. 2. Specificaties Kip 1 (I 1); het gekookte vlees van deze vogel. 3. P. gen. Elk dier vanaf de geboorte tot de volwassenheid. ♢ Uitdr. Babyadder (of wezel) = slechte, sluwe, gevaarlijke man. 4. Insectenei of larve. 5. Kind. ♢ Uitdr. Pui de lele = a) bloemenkind, klootzak; p. ext. wandelen; b) verwijfde man; c) frivole, immorele vrouw. (Nee) mens = geen geschreeuw, niemand. ♦ (Fam.; vaak in voc.) Term van minachting, gebruikt als je praat met of over een kind of met of over de man van wie je houdt. ♦ (Gevolgd door de prep. “de”, die een objectnaam introduceert en er een verkleinwoord aan geeft) Poolkuiken. Kussen kip. ♦ (Gevolgd door de prep. “de”, die verschillende zelfstandige naamwoorden introduceert, waardoor ze een overtreffende trapwaarde krijgen) Pui de somn. Spanken. 6. Jonge plant, jong boompje; jonge tak die groeit uit de wortel of stengel van een plant; jong boompje, schieten. ♦ Spec. Een spruit die aan de maïsstengel groeit, schat. 7. (Pop.; la pl.) Kleine decoratieve steek in de vorm van kruisen op de borst, op de zomen en op de mouwen van boerenoverhemden. ♦ (Reg.) Stippen van een andere kleur op de achtergrond van een stof; de druppels. 8. Kleine boot met roeispanen, gebruikt voor bepaalde diensten aan boord van grotere schepen. II. Interj. (Meestal herhaald) Kippen1 (I 2) of ander pluimvee oproepen. – Lat. *pullus (= pullus).
(Verklarend woordenboek van de Roemeense taal)
“.

Banale woorden met bizarre meervoudsvormen

graan – graan, geen graan;

mist – nevels, geen mist;

plas – plassen, geen plassen;

inkten – inkten, niet inkten;

baltag – plassen, geen plassen;

munt – munten, geen munten.

aardbei – aardbei, aardbei;

omslag – omslagen, omslagen;

kers – kersen, kersen;

string – snaren, snaren;

knoedel – knoedels, knoedels;

niveau – niveaus, niveaus;

tunnel – tunnels, tunnels;

droom – dromen, dromen;

virus – virussen, virussen.

LEES OOK:

Princess Roses