Het meest ongecompliceerd zijn de vroegbloeiende clematis. Alle soorten en variëteiten clematis die in april en mei bloeien, hoeven over het algemeen niet te worden gesnoeid. Ze behoren tot stekgroep I. Naast Alpenclematissen (Clematis alpina), bergclematissen (Clematis montana) en grootbloemige clematis (Clematis macropetala) vallen hier ook alle verwanten onder die bij elkaar in de Atagene groep zijn gegroepeerd.
Clematis van stekgroep II bloeien twee keer per jaar. Jaarlijks worden ze in de late herfst (november, december) lichtjes teruggesnoeid door de scheuten met ongeveer 20 centimeter in te korten. De reden: Clematis-hybriden zoals ‘Nelly Moser’ of ‘The President’ bloeien voor het eerst in mei en juni op korte scheuten uit het hout van het voorgaande jaar. Hoe meer hout van vorig jaar op de plant achterblijft, hoe weelderiger de lentebloemen zullen zijn. Na de voorjaarsbloei vormen de planten nieuwe lange scheuten die ongeveer zes weken later bloeien. Wil je dat ze krachtig uitlopen en uitbundig bloeien, knip dan direct na de eerste bloei de vruchtstengels met het bladpaar eronder af.
